Universiteit Leiden

nl en

Nominatieprocedure

Wie kan nomineren?

De nominatie is open voor leidinggevenden en collega’s van de teamleden, ook kunnen opleidingscommissies nomineren.

Wie kunnen worden genomineerd?

Voorbeelden van teams die door leidinggevenden of collega’s voor de Casimirprijs kunnen worden voorgedragen zijn:

  1. Bestaande onderwijsteams
    Bijvoorbeeld bestaande uit docenten en een cursuscoördinator.

     
  2. Ad hoc teams
    Door een instituut/het Faculteitsbestuur FSW samengesteld, om mee te denken over (het realiseren van) de onderwijsvisie.

     
  3. (Uit een onderwijskundig vraagstuk) Organisch ontstane teams
    Bijvoorbeeld docenten, ondersteunend personeel en maatschappelijke partners.
     
  4. Projecten met maatschappelijke partners (de maatschappelijke partners worden zelf echter niet genomineerd)
    Voorwaarde is dat de bijzondere prestaties van het team niet eerder zijn beloond met de Casimirprijs of de NHO, maar kunnen expliciet wel eerdere financiering hebben ontvangen in het kader van een proeftuin onderwijsinnovatie (b.v. Grassroots of Grass shoots).

Bestaande gremia (o.a. LTA en YAL) zijn uitgesloten van nominatie.

Wat zijn de belangrijkste evaluatiecriteria?

  1. Werkwijze, samenwerking en inhoud van het onderwijsinitiatief (weging 50%) 
    Het onderwijsteam heeft een onderwijsvernieuwing bedacht en/of gerealiseerd die ook andere onderwijs-initiatieven verder kan brengen. Samenwerking binnen en buiten de FSW wordt gewaardeerd.

     
  2. Impact binnen de onderwijs community (weging 30%)
    Het onderwijsteam heeft met het onderwijsinitiatief (en werkwijze) een impact gehad op studenten, en/of docenten, en/of cursus(sen), en/of opleidingsniveau, en/of instituutsniveau, en/of de faculteit. Mocht de impact nog niet gerealiseerd zijn, dan is overtuigend betoogd waarom deze redelijkerwijs te verwachten valt bij implementatie van het onderwijsinitiatief.

     
  3. Evidence-informed werkmethodiek (weging 20%)
    Het onderwijsteam heeft op een systematische wijze gewerkt aan het onderwijsinitiatief, bijvoorbeeld via een ‘evidence informed’-werkwijze of periodieke reflectie op projectresultaten. Dit blijkt bijvoorbeeld uit onderbouwing met behulp van wetenschappelijke literatuur, expliciete aandacht voor (toekomstige) evaluatie en/of (toekomstig) onderzoek.
Deze website maakt gebruik van cookies.  Meer informatie.